Uit de pers: Onder meer boek geïnspireerd op Mulder van Leens Dijkstra

Veel leuke (Friese) schaakberichten dezer dagen in de media. Vrijdag 22-3-24 stond in het Friesch Dagblad een lang interview met Dolf Wissmann. klik hier Zulks ter gelegenheid van het feit dat in dezelfde editie zijn 1000ste schaakrubriek werd gepubliceerd. Dolf nam de rubriek in 2004 over van Jouwert Turkstra, die op zijn beurt in 1971 het stokje overnam van Theun van den Tol. Theun van den Tol, die in de bezettingsjaren vanuit Rotterdam naar Fryslân kwam, begon vlak na de oorlog met het schrijven van een wekelijkse rubriek voor de lezers van het FD. Hij was het ook die begon met het publiceren van schaakproblemen en zijn opvolgers zijn dat blijven doen. Dolf publiceerde recent nr. 3761!! In het interview met Dolf komen veel ‘rijtjes’ aan de orde. Dolf is daar namelijk dol op. “Ik bewaar alles wat met schaken te maken heeft,” verzucht hij. “Zelfs als er niemand meer zou zijn die er interesse in heeft, dan zou ik nog alles blijven verzamelen.”  Het interview werd afgenomen door Wybe Fraanje, zelf een verdienstelijk schaker en uitkomend voor het Leeuwarder Philidor 1847. Uiteraard wordt in het artikel ook aandacht besteed aan het nationale oploskampioenschap waar Dolf enkele weken geleden zijn vijftiende titel wist te behalen.

 

Deze week belandde bij mij ook op de mat het tijdschrift de Schaakkoerier (voor Dolf; nr. 191, april 2024) Het is het verenigingsblad van de Motiefgroep Schaken, een organisatie voor -laat ik gemakshalve zeggen- mensen die van alles en nog wat verzamelen rondom het schaakspel (boeken, postzegels, handtekeningen, stukken, klokken, je kunt het zo gek niet bedenken). In het nummer opvallend veel ‘Fries’ schaaknieuws.

 

Nieuw voor mij althans was dat er recent een boek is verschenen waarvoor het leven van de bekende Friese schaker Kor Mulder van Leens Dijkstra model stond. Mulder van LD, wonend op een kapitale boerderij te Moaie Peal gelegen tussen Wier en Minnertsga,  leed aan een angststoornis waardoor hij gedurende vele jaren zijn eigen erf niet of nauwelijks durfde te verlaten. Het boek is uitgegeven door uitgeverij Van Oorschot. Het is getiteld De Schim van Raamswoude en geschreven door Alexander Baneman. Het boek kost € 23,50.

 

Henk Alberts, de voorzitter van de Motiefgroep Schaken, bezocht in Dokkum het plaatselijke museum en doet verslag van dat bezoek. Hij had ergens gelezen dat in de kinderkelder van het museum een vrij bijzonder schaakspel ten toon wordt gesteld. Ondanks intensieve bestudering van de verschillende vitrines trof hij het betreffende schaakspel nergens aan. Hij nam contact op met de directie van het museum en dat resulteerde uiteindelijk in een mailtje waarin hem werd medegedeeld dat het schaakspel inmiddels weer aan het publiek wordt getoond! Het gaat om een Selenus schaakspel uit 1872 gemaakt door ene Freerk Bakker in leven molenaar en graanhandelaar te Dokkum. Gaat dat zien, zo luidt de oproep van Henk Alberts, vooral ook omdat de rest van de collectie van het Dokkumer museum het bekijken meer dan waard is. Ik geef het maar even door.

 

Genoemde Henk Alberts (hij bezocht vroeger regelmatig de PTI-snelschaakoernooien) levert in het nummer van De Schaakkoerier ook een bijdrage aan de in het blad reeds langlopende polemiek over de intrigerende vraag: wanneer is een graf een schaakgraf?  Antwoord: een graf is een schaakgraf als het grafmonument (veelal de steen) voorzien is van een schaakmotief. Het graf van Bobby Fischer op IJsland is derhalve geen schaakgraf. Immers, uit het bescheiden witte steentje op het kerkhof van het dorpje Selfoss valt op geen enkele wijze af te leiden dat het hier de rustplaats betreft van iemand die een betrokkenheid had tot het schaakspel. Alberts illustreert een en ander nog eens door te verwijzen naar het graf van ene Jan Hiemstra gelegen op begraafplaats Nieuweweg in het Zeeuwse Wissenkerke. Ooit was de nis in/naast diens zerk getooid met een heuse schaakkoning. Een schaakgraf derhalve. Inmiddels is de koning verdwenen en vervangen door een bescheiden engeltje. Gevolg geen schaakgraf meer. En wat is er nou Frysk aan deze hele geschiedenis? De steen van Hiemstra daar in het verre Zeeland is getooid met een Friese tekst: “De dream is oer mar it leafdefolle oantinken bliuwt, foar altyd yn myn hert.” Prachtig toch! Ver verwijderd van de geboortegrond maar vasthoudend aan de memmetaal.  HJD